Opleiding
Avondopleiding Acteren voor Theater
Theaterschool De Trap biedt een professionele vierjarige dagopleiding in deeltijd van drie dagen in de week.
De eerste twee jaar zal jij de basis vaktechniek leren, verderop vertellen we wat dit inhoud.
In het derde en vierde jaar zal je een keuze maken die jou klaar zal stomen voor de praktijk.
Opleiding
Wat leer je?
De Trap wil autonome acteurs en theatermakers opleiden die professioneel en zelfstandig in een maakproces kunnen functioneren. De opleiding biedt in 4 jaar (deel)tijd een zeer gedegen en inspirerend curriculum aan, waarin vakmatigheid en techniek maar ook eigenheid hoog in het vaandel staan.
Professionaliteit en zelfredzaamheid zijn de sleutelwoorden voor De Trap. Ongeacht welke richting je kiest, streven wij ernaar dat jij aan het eind van de opleiding op eigen benen staat en je weg weet te vinden in de wereld van acteren en theater maken.
Op De Trap verruim je je blik op spelen en theater maken. Je bezoekt veel voorstellingen. Zowel van grote gerenommeerde- als van kleine experimentele gezelschappen.
Je leert kijken naar theater. Je wordt uitgedaagd je te laten inspireren door de wereld om je heen, de maatschappij, de laatste ontwikkelingen en mogelijkheden. Om zo jouw positie in die snel veranderende wereld te bepalen en jouw creativiteit in te zetten voor het vertellen van inspirerende en relevante verhalen. Je wordt uitgedaagd autonoom te leren denken. Open en met een nieuwsgierige blik te leren kijken.
Je krijgt les van inspirerende vakdocenten die zelf met hart en ziel in het vak werkzaam zijn. Maar je leert ook van elkaar, door als klasgenoten samen te zoeken naar een visie op een rol of een stuk. Zo creëer je op vanzelfsprekende wijze in 4 jaar tijd een netwerk in het vak waaruit je na je afstuderen kunt putten.
Omdat we geloven in een gedegen vakkennis en beheersing van de techniek van het spelen zijn zowel de stem- als de fysieke training van groot belang.
Op het gebied van stemontwikkeling wordt er gewerkt met EVT (Estill Voice Training) afgewisseld met de Maastrichtse Methode, een methode van stemgebruik en tekstbehandeling zoals die op de toneelschool van Maastricht met groot succes is ontwikkeld.
Wat de fysieke training betreft: Daar bieden we speciaal voor acteurs ontwikkelde trainingen aan. En verder mime en stagefighting.
Opleiding
Programma
1ste en 2de jaar – Basis Vaktechniek
In het 1e en het 2e jaar van de Theateropleiding ontwikkel je de basistechnieken die nodig zijn voor professioneel acteren en theater maken.
Je verdiept je in speltechnieken van ervaren in de praktijk werkzame dramadocenten. De volgende onderdelen komen aan de orde:
Elementair spel, improvisatie, tekstbehandeling, tekstanalyse en het vergroten van het dramatisch inzicht. Je leert samen te spelen, met je hele lijf en met gevoel voor het ensemble op de vloer te staan.
Daarnaast natuurlijk de stemlessen. Je leert je stem te begrijpen en op de juiste manier te gebruiken en je begrip van tekst te vergroten. Je krijgt zangles.
Verder is de fysieke ontwikkeling van een acteur net zo belangrijk! Je krijgt van verschillende docenten een speciaal voor acteurs ontwikkelde fysieke training, daarnaast ook mime en stage-fighting.
In de lessen theatergeschiedenis ligt de focus op de ontstaansgeschiedenis van het theater en leg je de inhoudelijke basis voor wat je later wilt gaan maken.
In de lessen dramaturgie maak je aan de hand van toneelvoorstellingen, films en series kennis met de basisstructuren van ‘drama’.
In het eerste jaar organiseer en presenteer je met je jaargenoten drie keer per jaar een avond met eigen sketches, monologen of liederen: De Salon.
In het tweede jaar gaat dat naar een volgend niveau en presenteer je drie keer per jaar onder begeleiding van een docent, een of meerdere korte zelfgemaakte voorstelling(en) tijdens het driedaagse zogeheten TrapLab-festival.
Het tweede jaar sluit je af met een bewegingsvoorstelling die geregisseerd wordt door een regisseur uit het werkveld.
In evaluatiegesprekken en persoonlijke gesprekken met je mentor leer je jouw eigen ontwikkeling/vooruitgang te monitoren en te sturen in de door jouw gewenste richting.
1. ACTEREN
Bij Acteren verdiep je je verder in alle facetten van het acteursvak en je visie op dat vak.
In de spellessen worden de uitdagingen groter. Je werkt aan groot spel, modern en klassiek repertoire en komedie, waarbij het komen tot zelfstandig spelaanbod en het ontwikkelen van een persoonlijke visie op het materiaal een steeds grotere gaan rol spelen.
Je krijgt les in acteren voor de camera en in het doen van castings.
Je volgt (nog meer) stem- en zanglessen en sluit het derde jaar af met een zangpresentatie.
Je krijgt bewegings- en mime lessen. Deze worden in het 4de jaar afgerond met een gefilmd bewegingsonderzoek.
In de lessen dramaturgie en voorstellingsanalyse leer je het materiaal waarmee je werkt nog beter te doorgronden. Je ontwikkelt een eigen signatuur en je maakt kennis met (nog meer) mensen uit het werkveld.
Zowel het 3de als het 4de jaar rond je af met het maken van een voorstelling, geregisseerd door een professionele regisseur uit het werkveld.
Bij de eindexamenvoorstelling zijn diverse castingbureaus aanwezig.
2. THEATERMAKER
Wil je zowel voorstellingen maken als er zelf in spelen?
Dan kies je voor de richting theater maken, een studierichting waarin het theater maken centraal staat. Acteren komt ook aan bod, maar altijd in dienst van het zelf theater maken.
In het derde jaar begin je met een theatraal onderzoek ‘van idee naar vorm’, verschillende werkvormen om persoonlijk materiaal te generen, hoe je je materiaal inhoudelijk verdiept door onderzoek, je leert thema’s te plaatsen in de context van tijd, plaats en het sociaal-maatschappelijke, voorstellingsanalyse, acteursregie, regiestijlen, mis en scène, tekstschrijven en zang. Je speelt in bijna elke les en vaak in elkaars voorstellingen. Je sluit de eerste helft van het derde jaar af met een zangpresentatie.
In de tweede helft van het jaar regisseer je je eigen voorstelling van 35 minuten, gecoacht door een regisseur. Je werkt met teksten van gerenommeerde theaterschrijvers en wordt uitgedaagd je eigen visie daarop te ontwikkelen.
Je rondt het derde jaar af met een solo (‘hoe maak ik het persoonlijke universeel en theatraal?’), die je een aantal keer speelt in de Trapweek (eindpresentatieweek van het schooljaar).
De eerste helft van het 4de jaar staat in het teken van verdieping van de tools die je in het derde jaar al eigen hebt gemaakt. Je werkt met regisseurs aan nieuwe inzichten in het vak van theater maken en wordt uitgedaagd op inhoud en vorm. Ook komen nog meer speel- en regiestijlen aan bod. In de lessen conceptontwikkeling werk je (verder) aan het concept van je eigen eindvoorstelling.
De tweede helft van het vierde jaar staat geheel in het teken van je eindvoorstelling waarmee je dat jaar afstudeert. Je volgt nog meer lessen in tekstschrijven. In de lessen scènografie, onder leiding van een decorontwerper, krijg je zicht op de verbeelding van je concept. Daarnaast doe je een aantal theateropstellingen die je proces ondersteunen.
De zakelijke kant komt ruim aan bod. Ter voorbereiding van de beroepspraktijk volg je lessen in het ‘wegwijs worden in de wereld van het werkveld, van festivals en subsidieaanvragen’.
Je studeert uiteindelijk af met je eigen afstudeervoorstelling, gemaakt onder supervisie van een zelfgekozen coach.
De voorstelling wordt onder de aandacht gebracht en bezocht door voorstelling-scouts.
Reviews
Over de opleiding
Aanmelden
Meld je aan voor de auditie
Om toegelaten te worden tot de opleiding dien je auditie doen. Voor de auditie vragen we je een monoloog (klassiek of modern) van ca. 20 tot 30 regels te kunnen voordragen.
Auditie ( 19-22 uur):
* Maandag 20 januari 2025
* maandag 12 mei 2025
Aanmelden